Jaarstukken 2018

4 Financiering

Risicobeheer

Renterisico's
Voor de toetsing van de renterisico's heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.

In de volgende overzichten worden de renterisico's op de korte en lange schuld getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van de Wet fido. In 2018 is geen nieuwe langlopende geldlening opgenomen. Door het later uitvoeren van investeringen en het eerder verkopen van grond, hebben we de liquiditeitsbehoefte met kort geld op kunnen vangen. Zoals in de begroting al aangegeven is kort financieren nog steeds goedkoper dan lang financieren. Hier hebben we maximaal gebruik van gemaakt.

Kasgeldlimiet per 31-12-2018

Kasgeldlimiet

Omvang begroting per 1 januari 2018

96.700

Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 

8,50%

Kasgeldlimiet in bedrag 

8.219

(Bedragen x EUR 1.000)

REALISATIE

Kwartaal

1: jan-mrt

2: apr-jun

3: jul-sep

4: okt-dec

Jaar

Vlottende schuld

Opgenomen gelden < 1 jaar

0

0

0

0

0

Schuld in rekening-courant

3.759

2.063

0

0

1.456

Gestorte gelden door derden < 1 jaar

0

0

0

0

0

Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

0

0

0

0

0

Totaal vlottende schuld

3.759

2.063

0

0

1.456

Vlottende middelen

Uitgeleende gelden < 1 jaar

0

0

0

0

0

Contante gelden in kas

0

0

0

0

0

Tegoeden in rekening-courant

28

27

3.327

2.260

1.410

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

0

0

0

0

0

Totaal vlottende middelen

28

27

3.327

2.260

1.410

Toets kasgeldlimiet

Totaal netto vlottende schuld

3.732

2.036

-3.327

-2.260

45

Toegestane kasgeldlimiet

8.219

8.219

8.219

8.219

8.219

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

4.488

6.183

11.546

10.479

8.174

Volgens de Wet financiering decentrale overheden mag de kasgeldlimiet gedurende 2 achtereenvolgende kwartalen overschreden worden. Zoals uit voorgaande tabel blijkt, zijn we heel 2018 binnen de norm gebleven.

Renterisiconorm per 31-12-2018

(Bedragen x EUR 1.000)

Renterisico op vaste schuld

2018
 realisatie

2019
 budget

2020
 budget

2021
 budget

1a. Renteherziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

1b. Renteherziening op vaste schuld u/g

0

0

0

0

  2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b)

0

0

0

0

3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g)

0

10.000

10.000

10.000

3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g)

0

0

0

0

  4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b)

0

10.000

10.000

10.000

  5. Betaalde aflossingen

2.636

2.636

2.636

2.636

  6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5)

0

2.636

2.636

2.636

  7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6)

0

2.636

2.636

2.636

Renterisiconorm

  8. Stand van de begroting per 1 januari

96.700

96.700

96.700

96.700

  9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage

20%

20%

20%

20%

10. Renterisiconorm

19.340

19.340

19.340

19.340

Toets Renterisiconorm

10. Renterisiconorm

19.340

19.340

19.340

19.340

  7. Renterisico op vaste schuld

0

2.636

2.636

2.636

11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7)

19.340

16.704

16.704

16.704

Het renterisico op de vaste schuld blijft in de periode 2018-2021 onder de norm.

Renteschema
In de paragraaf financiering geven we ook  inzicht in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Dat moeten we doen op basis van het BBV. Met onderstaand schema wordt hieraan invulling gegeven.

RENTESCHEMA:

a.

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

 2.255.864

b.

De externe rentebaten (idem)

 -/- 

    238.758

Saldo rentelasten en rentebaten

 2.017.106

c1.

De rente die aan de grondexploitatie moet worden toegerekend

-/-

 516.691

c2.

De rente van projectfinanciering die aan het desbetreffende taakveld moet worden toegerekend

-/-

          -  

c3.

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken  (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

+/+

          -  

.

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

-/-

    516.691

d1.

Rente over eigen vermogen

 +/+ 

            -  

d2.

Rente over voorzieningen

 +/+ 

            -  

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

 1.500.415

e.

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

 -/- 

 1.553.950

f.

Renteresultaat op het taakveld Treasury (Voordeel)

   - 53.535

Bovenstaande tabel laat bovenaan onder a en b het saldo van de rentelasten van de gemeente Lingewaard minus de rentebaten zien. Vervolgens wordt hier de rente van afgetrokken die moet worden toegerekend aan de grondexploitaties (c1). Wat overblijft is de rente die aan de taakvelden moet worden toegerekend. De toerekening aan de taakvelden gaat door middel van een renteomslagpercentage van 1,5%. Dit is een afgerond percentage op 0,5%. Door deze afronding wordt meer rente toegerekend aan de taakvelden dan we daadwerkelijk betalen. Dit levert een positief renteresultaat op het taakveld Treasury. Dus op het taakveld treasury levert dit een voordeel op en op de overige taakvelden in de begroting een wat hogere last. Voor het begrotingsresultaat doet dit dus niets.

Kredietrisico

In het volgende overzicht worden de kredietrisico's op de verstrekte gelden weergegeven. Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie (=onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen). De risico's zijn aangegeven per risicogroep. Risicogroepen zijn de typen instellingen aan wie gelden zijn verstrekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij de woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst.

KREDIETRISICO OP VERSTREKTE GELDEN

Risicogroep

Restantschuld
 x 1.000 euro

Percentage 

Woningcorporaties

1.716

28,4%

Hypothecaire geldleningen ambtenaren

1.827

30,2%

Startersleningen

2.427

40,2%

Verenigingen/stichtingen

73

1,2%

Totaal

6.043

100%

Uit voorgaand overzicht blijkt dat de kredietrisico's voor de gemeente Lingewaard minimaal zijn. Bij de leningen aan de woningcorporaties geldt het WSW (=Waarborgfonds Sociale Woningbouw) als achtervang. Het WSW treedt in de plaats van woningcorporaties als deze niet meer kunnen betalen, daarom is dit een zeer laag risico voor de kredietverstrekkers. Bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. In 2018 is een aantal hypothecaire geldleningen vervroegd afgelost. Hierdoor is het kredietrisico lager geworden. De startersleningen zijn ook verstrekt met hypothecaire zekerheid. Alleen bij de leningen verstrekt aan verenigingen/stichtingen bestaat een klein risico. Dit aandeel is beperkt van omvang, namelijk 1,2% van de totale uitzettingen. In 2017 was nog sprake van een totale restantschuld van € 7,932 miljoen. Deze schuld is dus met bijna € 1,9 miljoen afgenomen. Deze afname komt voor het grootste deel door de vervroegde aflossing van een aantal hypothecaire geldleningen.